In de Oostvaardersplassen is altijd wel wat te beleven. Je komt- zéker in de lente- zelden thuis zonder verhaal, hoewel het (gelukkig) elke keer weer een verrassing is welk dier je pad kruist en van welk natuurverschijnsel je getuige mag zijn. Op dit moment trippelen duizenden kleine gansjes over de grasvlaktes, lopen de gemoederen bij de koniks steeds hoger op en scharrelt de vos druk rond om een nest kleine vosjes te kunnen onderhouden.
In de natuurfotografie is het vaak helemaal niet nodig om veel kilometers te maken: hoe langer je op één plek blijft zitten, hoe meer je ziet. De dieren raken aan je aanwezigheid gewend en vertonen steeds meer natuurlijk gedrag. Het voelt bovendien alsof de wereld zich langzaam voor je ogen ontvouwt…. zodra je voorbij de eerste opvallendheden kijkt, ontdek je ineens nieuwe onderwerpen en bijzondere details. Zeker op een plaats als de Oostvaardersplassen. Voor de foto’s in dit blog heb ik me hooguit 20 meter verplaatst!
In de stilte van de natuur lijkt alles vredig. Omringd door jonge grauwe gansjes, met het gehinnik van de paarden op de achtergrond, kan ik niet anders dan glimlachen. Maar vredig? Dat is slechts schijn. Zéker in de Oostvaardersplassen is de harde, genadeloze kant van de natuur goed zichtbaar. Tussen de rollende Koniks ligt het kadaver van een dood edelhert. Een vos sluipt rond, opzoek naar een maaltijd. En voor mijn ogen grist een zwarte kraai een jong gansje mee. Het gekrijs van het gansje, het geblaas van de ouders; het blijft me bij, maar ik weet dat dit erbij hoort. De herinnering aan de schattige, jonge kraaitjes in mijn handen ben ik ook nog niet vergeten.
Sinds de documentaire “De Nieuwe Wildernis” zijn de Oostvaardersplassen bekender dan ooit, en zó druk bezocht dat grote delen van het gebied niet meer voor natuurliefhebbers toegankelijk zijn. De media aandacht, de hordes toeristen, de discussies over de grenzen van het park, het gemak waarmee je (met een beetje geluk) groot wild kunt aanschouwen: soms lijken de Oostvaardersplassen niet veel meer dan een flinke dierentuin. Maar niets is minder waar. Dat blijkt uit de felheid waarmee blazende ganzen zich tegen kraaien en vossen verdedigen; uit de natuurlijke selectie, waardoor de winter elk jaar een derde van het groot wild opeist. Dit is op en top natuur, en we mogen heel dankbaar zijn dat we daar zelfs maar een fractie van te zien krijgen.
Prachtig is de natuur.
Wat ontzettende leuk om dit te bekijken! En dan zo vlakbij huis! Inderdaad het ontroerende van jong leven, en het wrede van eten en gegeten worden, liggen vlak naast elkaar.
Wat heb je weer supermooie opnames gemaakt en dat allemaal praktisch vanuit dezelfde positie.
Dank je wel.